Nieuws

Verslag trainingsweekend Vielsalm

Verslag trainingsweekend Vielsalm

Er zijn veel dingen zeker in het leven. Maar zekerder dan dat CSG begin maart in rufterige bungalowtjes slaapt krijg je het bijna niet. Het trainingsweekend Limburg is in ons vijftienjarige bestaan al tientallen jaren een zekerheidje, net als Center Parks Hoog Vaals de overnachtingsplek is.

Prima plek, fantastische omgeving. Maar we wilden wel eens wat anders. Troostelozer, bijvoorbeeld. Kon dat? Een uitdaging. Maar als het kon, dan is er maar 1 plaats waar je een kans hebt: Wallonië. De voortekenen op de heenweg waren uitstekend. Het regende, we zagen lelijke gebouwen, we zagen vervallen lelijke gebouwen en het wegdek ging in de misère mee. So far, so good.

Eenmaal in Vielsalm keken we lelijk op. Een tamelijk charmant dorpje, en tot overmaat van ramp een bijzonder fraai onderkomen. Het leek helemaal de verkeerde kant op te gaan, maar we hadden buiten de Walen gerekend. De dame van het hotel kwam 20 minuten te laat aan, en de buurman stuurde ons bars weg voor zijn bouwval. Doordat het begon te regenen pakten wij en onze bagage nog mooi even een kwartier druilerige regen mee.

Het moment dat daarop volgde bleek hét keerpunt van het weekend te zijn. Bij het openen van de deur werden we overweldigd door de grandeur van wat was geweest. Maar wat wás het geweest. De stijl liet zich omschrijven als “fifties chique”, zodat het onderkomen zowel in datering als klasse een flinke voorsprong pakte op de Center Parks-barakken in Vaals. Het indelen van de kamers vertoonde vervolgens veel gelijkenis met de start van ICW Middelstum. Er werd geknokt, gekwakt en uiteraard kon niet iedereen in de eerste waaier zitten. Doordat de basiskwaliteit dik in orde was belandde er echter niemand in de spreekwoordelijke Tom Akkerman-waaier. Gelukkig maar.

Nadat de bovenste verdiepingen waren verkend bleef er nog 1 deur over die we niet goed kon plaatsen. De deur leidde naar een kelder, en dan moet je in België gewoon goed op je hoede zijn. De eerste waaghalzen daalden de trap af en deden een vreselijke ontdekking: de jacuzzi bood slechts plaats aan 3 personen. We moesten ons behelpen met een ruime sauna, een fijne stortdouche en een super-de-luxe zwembad. We moesten maar proberen er het beste van te maken.

Hoe kan dat beter dan op de fiets? De weersvoorspelling leek best aardig, dus we vertrokken in diverse groepen voor afstanden tussen de 50 en 70 kilometer. Menigeen kreeg een hartverzakking op de eerste klim van de dag: De Wanne. De gedachte “als het het hele weekend zo gaat, dan hoeft het van mij niet meer” was gemeengoed. Fietsen werden gecheckt (“volgens mij loopt er wat aan”, verzetten werden betwijfeld (“ik had misschien beter geen 39x25 kunnen steken”). Nadat de betrokkenen waren getroost en de taxi’s waren afgebeld konden we door, om te ontdekken dat de volgende klimmen prima te doen waren. Goddank.

Over De Lieve Heer gesproken: we werden halverwege de rit overvallen door een stortbui van bijbelse proporties. Daardoor was het “every man for himself”  bij de mannen, bij de vrouwen was het ongetwijfeld harmonieuzer. Zo zijn ze. Na een doldwaze ploegentijdrit terug naar Vielsalm resulteerde de badderpartij in de wellness-ruimte in een stel doorgeslagen stoppen waardoor de hele hut zonder stroom zat. Geen stroom is geen warm water, dus de binnendruppelende clubgenoten die tot op het bot verkleumd waren moesten even een uurtje wachten met douchen. Niet leuk, maar gelukkig wist het duo Smilda – Smilda het hotel weer van stroom te voorzien. Waarvoor hulde.

Gerlof was inmiddels gestart met de voorbereidingen voor het eerste avondmaal. Met vereende krachten werden circa 400 uien omgetoverd in een overheerlijke pastamaaltijd. Na de afwas dreigde de boel even in te kakken, maar dat was buiten Team Bar gerekend. Flesjes werden ontkurkt, Bluetooth-speakers werden aangeslingerd en de feestverlichting werd maniakaal aan- en uitgeknipperd. Het werd een onrustige avond, en dat werd het.

Na een uitgebreid ontbijt vertrokken diverse groepen voor diverse afstanden de Ardennen in. Het blijft fascinerend om te zien hoe afwisselend het landschap daar kan zijn. Van prachtige vergezichten vanaf de Rosier tot treurige vergane glorie in Spa. Neemt niet weg dat je er geweldig kan fietsen. Het weer werkte verrassend goed mee, zodat de meeste groepen geen druppel regen hebben gezien. Daar hadden we vooraf niet op gerekend, dus een supermeevaller.

Bij thuiskomst vielen we met de neus in de boter: de finale van de Strade Bianche was nog nét mee te pikken. Ook werd er opnieuw druk gesaunaad en gepoedeld in de wellness. Het was zaak om krachten op te doen voor de avondactiviteit, op poten gezet door Mieke. We gingen uit eten, en nog wel naar een steengrillrestaurant! Aan een kneiterlange tafel was het een gezellige bende, en al snel stegen de rookwolken op vanaf de grillplaten zodat de hele garderobe bij thuiskomst gelijk in de kookwas kon.

Het bleek slechts een opmaat naar de volgende daverende activiteit: het duo Arie & Berrie had een kleine CSG-quiz met onduidelijke puntentelling op poten gezet. De quiz eindigde net op tijd om een handgemeen tussen de deelnemers en de quizmasters te voorkomen. Onder het genot van wat al dan niet alcoholhoudende consumpties werden in de bar de ontstane plooien gladgestreken. De Bluetooth-speakers draaiden overuren, de barmannen hadden het zo mogelijk nog drukker. Er werd zelfs even gedanst, toch een dieptepunt in de clubhistorie. Soit.

Na opnieuw een onrustige nacht (deels door drank, deels door de verwarming op standje crematorium, deels door het slapen naast een brullend stuwmeer, deels door het niet meenemen van deugdelijk beddengoed, deels door een kamergenoot die bij het binnenkomen van de kamer haast de deur intrapt) was bij menig clubgenoot de volgende ochtend de vertwijfeling haast van het gezicht te scheppen. Op de fiets, of lekker naar huis? De hagel sloeg namelijk tegen de ruiten en Niels was bij het broodjes halen pardoes naar Vlaanderen gewaaid.

Al met al koos circa de helft voor een uitgebreide opruimsessie, terwijl de andere helft de elementen trotseerde en nog even wat trainingskilometers liet noteren. Een snelle douche, de fietsen iets te gehaast op de drager en met 140 naar huis was het devies. Zo kon het gebeuren dat, mede door de voorjaarsstorm die het KNMI noopte tot het uitroepen van Code Oranje, menig racefiets flirtte met Zuid-Nederlandse asfalt. Alleen de fiets van Floor maakte het uiteindelijk zo bont, maar die was er dan ook het meest geschikt voor. Rijkswaterstaat staat naar verluidt nog steeds kuilen vol asfalt te scheppen, terwijl de Bulls er met wat lichte schade af kwam. Een spreekwoordelijke sisser, mogen we wel stellen.

Licht nagloeiend mogen we wel stellen dat het weekend bijzonder geslaagd was. De vorm is aangescherpt, de sociale contacten hebben een opkikker gehad. Verbeterpunten? Geen reservehuis, dus iedereen onder 1 dak. Maakt het toch leuker. Op naar volgend jaar, naar wij dachten!

 

 

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen

Onze sponsoren